Aller au contenu

De Raad van Bestuur van VIVAQUA heeft vanochtend een standpunt bepaald in het dossier van de periodieke tarieven voor de periode 2022-2026. Ter herinnering, VIVAQUA moet een voorstel indienen bij BRUGEL, de onafhankelijke regulator bevoegd voor het vastleggen van de tarieven in het Brusselse gewest, naar analogie met de energiemarkt.

Waarom zijn nieuwe tarieven nodig ?

Tussen 2014 en 2019 werd de waterprijs in het Brussels Hoofdstedelijk gewest niet eens geïndexeerd. Enkel in 2020 en 2021 vond er een indexering plaats. Zodoende steeg de prijs tussen 2014 en 2021 met slechts 3% in het Brusselse Gewest, daar waar de gemiddelde prijsstijging in het land 16,5% bedroeg in dezelfde periode.

De waterprijs in Brussel is vandaag dan ook veruit de laagste in het land : een huishouden van 2 personen (met een gemiddeld verbruik van 35 m³/persoon/jaar) betaalt vandaag een factuur van 260 €/jaar. In steden als Gent en Luik, betaalt hetzelfde huishouden vandaag ongeveer 400 €/jaar. In Antwerpen, de tweede goedkoopste stad van het land, bedraagt de factuur van dit gezin vandaag  323 €/jaar.

Sinds 2014 bleven de inkomsten van VIVAQUA via de waterfactuur dus op hetzelfde niveau, terwijl de kosten die VIVAQUA moet maken om zijn opdrachten ten goede te brengen (op het vlak van drinkwaterproductie en -distributie, en van riolering en stormbekkens) zijn gestegen.

De inkomsten van het bedrijf dekken dus niet de kosten. Dit leidt ertoe dat het bedrijf leningen moet aangaan om de onontbeerlijke investering op zijn infrastructuur te kunnen bekostigen. VIVAQUA (een bedrijf met meer dan 1400 werknemers) investeert jaarlijks 100 à 110 miljoen € in het onderhoud en de renovatie van zijn infrastructuur, in het bijzonder op het rioleringsnet.

Deze onder-financiering, een situatie die sinds verschillende jaren duurt, heeft geleid tot een zeer hoge gecumuleerde schuldenlast : in 2020, bedroeg de totale schuld van VIVAQUA 877 miljoen €.

Het is om deze moeilijke financiële situatie een halt toe te roepen dat BRUGEL en VIVAQAUA sinds 2018 werken aan een objectivering van de kosten van VIVAQUA om te komen tot tarieven die de “reële kostprijs van het water” weerspiegelen, die van de diensten die VIVAQUA in het Brussels gewest levert.

In het kader van deze werkzaamheden, wordt VIVAQUA er ook toe aangezet om besparingen te realiseren op zijn werking. Zo heeft VIVAQUA zich ertoe geëngageerd om 30 miljoen EUR kostenbesparingen te realiseren tegen eind 2024.

Bescherming van de kwetsbare gezinnen

VIVAQUA is overtuigd van de noodzaak om een einde te maken aan de financiële situatie zoals hierboven geschetst,  maar pleit ook sinds lange tijd voor de invoering van een sociaal watertarief ten voordele van personen die zich in een financieel kwetsbare situatie bevinden, en die dus moeilijkheden hebben om hun factuur te betalen (cf Memorandum aan de onderhandelaars van een nieuwe Brusselse regering, 2019).

Op 1 april jl heeft de Brusselse regering een akkoord beslist om vanaf 2022 een sociale tegemoetkoming te financieren. Een kwart van de Brusselse huishoudens zal kunnen genieten (indien een lid van het huishouden recht heeft op het statuut Verhoogde Tegemoetkoming, zal het volledige huishouden van de sociale tegemoetkoming genieten). Voor deze 25% van de Brusselse huishoudens zal de waterfactuur in 2022 dalen ten opzicht van de tarieven die vandaag in voege zijn.

Bovendien heeft de Regering eveneens aangekondigd te werken aan een wijziging van de Kaderordonnantie Water om hierin het einde van de huishoudelijke waterafsluitingen op te nemen in geval van niet-betaling van de factuur.

Parallel met de sociale tegemoetkoming, blijft het Sociaal Waterfonds, toegankelijk voor eenieder die moeilijkheden ondervindt om zijn waterfactuur te betalen, ook na 1 januari 2022 behouden. Tot slot werd ook de betalingstermijn van de facturen (die nu trimestrieel worden verstuurd aan iedereen, of maandelijks in geval van elektronische facturatie) recent opgetrokken van 15 dagen naar 1 maand. Er zal een ook financiële incentive worden ingevoerd in januari 2022 bij overstap naar een maandelijkse factuur en de toekenningsmodaliteiten voor de afbetalingsplannen werden recent versoepeld en zullen het nog worden in 2022.

Het tariefvoorstel van VIVAQUA : een inhaalbeweging van de niet toegekende indexeringen van 2014 tot 2019

Gezien de bevriezing van de tarieven in 2014 en gezien de wil om de toename van de schuldenlast af te bouwen, is de Raad van Bestuur van VIVAQUA van mening dat het volgende tariefvoorstel dient te worden ingediend bij BRUGEL, rekening houdend met de nieuwe sociale correctiemechanismen (de sociale tegemoetkoming) die tegelijkertijd zullen worden uitgerold. Dit tariefvoorstel leidt ertoe dat de indexeringen die niet werden doorgevoerd tussen 2014 en 2019 zullen worden ingehaald.

Voor wat betreft de factuur van de huishoudens en van de niet-huishoudelijke gebruikers leidt het  voorstel van de Raad van Bestuur van een eenmalige verhoging van 15% in 2022 onder meer tot een inhaalbeweging van de indexeringen die niet werden verkregen in het verleden.

Voorbeeld : de jaarlijkse factuur van een huishouden van 2 personen met een verbruik van 70 m³ per jaar zal gaan van 260 EUR/jaar naar 299 EUR/jaar voor een volledig jaar.

De huishoudens die genieten van een sociale tegemoetkoming zullen hun factuur zien dalen met 2 à 15% (in functie van hun verbruik) ten opzichte van hun huidige factuur.

Voorbeeld : de jaarlijkse factuur van een huishouden van 2 personen met een verbruik van 70 m³ dat  recht heeft op de verhoogde tegemoetkoming zal zijn factuur zien dalen van 260 EUR/jaar vandaag naar 231 EUR/jaar, voor een volledig jaar.

Deze inhaalbeweging zorgt er bovendien voor dat de toename van de schulden wordt afgeremd: het bedrag van de schuld zou blijven toenemen maar ten belope van 20 miljoen EUR/jaar vanaf 2026 (tegenover 30 miljoen EUR/jaar vandaag). Eind 2026 zou het gecumuleerde bedrag van de schuld 1.012 miljoen EUR bedragen.

Bovendien heeft de Raad van Bestuur zich uitgesproken voor de opheffing van het progressieve tarief in 4 schijven (de prijs per m³ neemt geleidelijk toe) dat vandaag wordt toegepast voor de huishoudens. Het zou moeten worden vervangen door een uniek tarief per m³. De evolutie naar een unieke prijs per m³ (lineair tarief) zal de factuur duidelijker maken en zal ook het negatieve effect corrigeren op kwetsbare gezinnen dat onlangs werd aangetoond in een studie van Brussels Studies (hun waterverbruik ligt vaak hoger door de aanwezigheid van lekken of oudere huishoudelijke apparaten die meer water verbruiken enz).

 

Indien Brugel, na consultatie van de adviesinstanties, akkoord gaat met het voorstel dat vandaag door de Raad van Bestuur van VIVAQUA werd geformuleerd, dan zou de waterprijs in het Brusselse gewest ook in de toekomst de laagste van het land blijven. De huishoudens die een sociale tegemoetkoming krijgen, zullen tussen 2022 en 2026 een tarief betalen dat lager is dan het huidige  geïndexeerde tarief.

 

© 2024 Vivaqua | Cookies policy